In de jaren zeventig (of waren het de jaren zestig, of tachtig, afijn, way back in de sixties zullen we maar zeggen..) was er in de cognitieve psychologie een stroming populair die het functionalisme genoemd werd. Het functionalisme is in de volksmond bekend geworden als "de computer-metafoor". Of liever gezegd, het functionalisme was de theoretische basis waarmee de computer metafoor vaste grond onder zijn voeten kreeg.
De computer metafoor stelt dat menselijk denken vergeleken kan worden (nee zelfs gelijk gesteld kan worden-) aan de werking van een computer. Onze hersenen zijn de 'hardware' en onze gedachten de 'software'. Functionalisten stellen dat de software uiteindelijk van belang is, en de hardware niet, omdat je in theorie allerlei soorten hardware kunt gebruiken om dezelfde software te 'implementeren'. De inhoud zit hem in de software. En die is materiaal-onafhankelijk. Het gaat om de functie van de motorfiets (wat hij kan), niet om de structuur (het spul waarvan hij gemaakt is), zou Pirsig zeggen. (Pirsig geeft beide analyses met betrekking tot motorfietsen als onderdeel van de klassieke analyse naar functie en vorm).
Wat een serieus gepraat Jelle, wanneer lezen we weer eens een van je anecdotes over wat je in de trein meemaakte, bijvoorbeeld toen die man ineens tegen zijn buurman over de nieuwste Sudoku begon en dat hij daarbij niet besefte dat hij de enige was die pas gisteren had ontdekt wat Sudoku's waren en dat hij het op zo'n gekke manier vertelde en zo hard dat iedereen om hem heem heel hard moest lachen maar dan zonder echt te lachen maar dat jij het wel zag en toen je hoofd tegen het raam moest drukken om niet in geproest uit te barsten? Wanneer vertel je dat weer eens, Jelle?
Ja dat komt dat komt. Maar nu eerst even serieuze zaken.
Er is namelijk een andere vorm van functionalisme, namelijk wanneer je de functionaliteit tot absolute norm verheft. Daar wilde ik het even over hebben. Het valt mij namelijk op dat opinie-artikelen in kranten in de laatste jaren steeds meer gefundeerd zijn in puur functionele argumenten. Nooit wordt er bijvoorbeeld meer gezegd: we moeten mensen in Afrika steunen omdat dat moreel wenselijk is. Nee, er wordt gesproken over het *nut* en het *effect* van ontwikkelingshulp. Als het geen effect heeft, dan is het blijkbaar niet goed. Dit krampachtig vasthouden aan functionele argumenten is zo sterk ontwikkeld dat sommigen die dit lezen misschien niet eens snappen wat ik bedoel: natuurlijk is het niet goed, als ontwikkelingshulp geen effect heeft, dan kun je er toch beter mee ophouden? Oja? Ik zou niet weten waarom. In vroeger tijden was het een voldoende argument te stellen dat een beschaving die zichzelf serieus nam een vorm van ontwikkelingshulp diende te hebben. Of het werkte, en of de onderontwikkelden er ook echt wat aan hadden, dat was bijzaak. Het ging om het *principe*.
Principes. Ik kom ze nog zelden tegen bij al die opiniemakers, columnisten, ingezonden stukkenschrijvers. Neem bijvoorbeeld de rellen in Parijs. Ik heb aan mijn studenten gevraagd: waardoor komen die rellen nou? De antwoorden weerspiegelden perfect de zielloze tijdgeest. Ja, die mensen, die hebben telkens te horen gekregen dat ze het slachtoffer zijn en nu geloven ze er zelf in en je moet ze niet helpen maar ze moeten zichzelf maar eens helpen ze moeten niet denken dat alles voor hun geregeld wordt. Okeeeeejjjj, maar, hoe zit het dan met het principe van solidariteit? Als jij het goed hebt, heb je de morele plicht anderen te ondersteunen die het minder goed hebben dan jij. Het gaat er niet om wat het *effect* is van deze ondersteuning. Misschien loopt alles daardoor wel in het honderd. Maar *in principe* heb je de morele plicht om die steun te leveren.
Ga *daarna* eens bedenken wat een handige, slimme, pragmatische, effectieve methode zou zijn, als je tenminste uit meerdere opties te kiezen hebt. Wie weet vind je het wel nuttig om in het kader van de solidariteit alle Parijzenaren een schop onder hun kont te geven. Voer die methode uit met meer of minder succes. Evalueer je rot en reflecteer op je bevindingen. Allemaal prima. Maar neem nooit de effectiviteit van je handelen tot uitgangspunt, want voor je het weet kom je tot de conclusie dat jouw bestaan voor de rest van de wereld niet nuttig is, niet effectief en niet functioneel. Zelfmoord is alles wat je rest.
Het functionalisme in de cognitiewetenschap probeerde alle denken te reduceren tot een verzameling procedures, computerprogramma's, in het grote software pakket dat op ons brein draaide. De meest rationele gedachte was de gedachte die het optimale punt in een zoekruimte zo snel mogelijk wist te vinden. Terwijl mensen helemaal niet 'effectief' denken. Denken is niet alleen zoeken naar het antwoord, het is een activiteit op zich. Wij vullen ons leven voor een deel met denken en daar is an sich niets functioneels aan. Neem nou spel (neem de Sudoku!). Bovendien lossen we even zo vaak problemen op zonder te denken. Dat is pas effectief gebruik maken van je brein: een probleem oplossen zonder het te gebruiken! (Doe ik dat ook Jelle, ja natuurlijk doe jij dat ook: Ook jij kan het probleem "Hoe vind ik de Billy Boekenkast in de IKEA" oplossen zonder te denken! Ga naar de IKEA, denk niet na, en voila!). Denken is helemaal niet -altijd- een verzameling functies.
De opiniemakers van de kranten van vandaag proberen alle morele discussies te reduceren tot een vraag van nut en effectiviteit. Alsof we met zijn allen de wereld 'moeten managen' en er in het grote Projectplan van Planet Earth de vraag wordt gesteld: wat is hier het meest functionele Plan van Aanpak? Hoe kunnen we het even 'goed regelen' en wanneer behalen we het meeste 'resultaat'? Maar sommige onderwerpen verdragen helemaal geen functionele discussie. De vraag of wij de zwakkeren in onze samenleving moeten helpen of niet is geen vraag van functionaliteit, effectiviteit. Want we hebben helemaal nog niet bepaald wat we dan precies zouden willen bereiken. Die vraag is ook helemaal niet relevant. De vraag gaat veel meer over hoe we willen *zijn*: willen we egoisten zijn, of willen we solidair zijn. Dat is de eerste vraag die je jezelf moet stellen. En daarmee zeg ik niet dat je niet mag nadenken over de praktische invulling, maar de praktische invulling is precies wat ze is: een praktische invulling. Eerst het idee, dan de praktische invulling. Of toch zeker op de opiniepagina van de NRC dan.
Dit blog is verhuist: www.jellevandijk.org
maandag, november 21, 2005
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
6 opmerkingen:
Daar schrijft Pirsig nou ook over in Lila. ;-) In de 20e eeuw heeft het intellect (met name rationeel) de controle overgenomen van sociale structuren.
"Today we are living in an intellectual and technological paradise and a moral and social nightmare because the intellectual level of evolution, in its struggle to become free of the social level, has ignored the social level's role in keeping the biological level under control."
Pirsig, Robert M., Lila. An inquiry into morals. New York (Bantam Books) 1991, 308
(Ik zal het nu even niet meer over Lila hebben.)
De vraag is of wij met ons Quality Management, evaluaties en studies niet een ontwikkeling hebben gestart die niet meer terug te draaien is. Kan je anders *zijn* als je *weet* (of daarvan overtuigd bent) dat het niet anders is? Dat klinkt bijna als *geloven* tegen beter weten in. Hoe gaan we onszelf overtuigen? Met studies die ons nog verder op het functionele pad brengen? Een nieuwe ideologie waarin we kunnen geloven, nadat in de 20e eeuw alle grote ideeen gesneuveld zijn?
Het enige wat ik kan bedenken als medicijn tegen de ratio is een spirituele motivatie. Helaas staan de spirituele tradities er ook niet zo best voor.
Jelle, heb je suggesties? Wat is jouw medicijn tegen functionalisme?
O jee ik zal er eens even diep over nadenken.
Weet niet of ik met iets *nuttigs* kom hoor...
:-)
kun je dit wat meer uitleggen?
De vraag is of wij met ons Quality Management, evaluaties en studies niet een ontwikkeling hebben gestart die niet meer terug te draaien is. Kan je anders *zijn* als je *weet* (of daarvan overtuigd bent) dat het niet anders is? Dat klinkt bijna als *geloven* tegen beter weten in.
"kun je dit wat meer uitleggen?" Een poging...
We zitten zo vol met informatie over goed en vooral niet goed besteedde hulp dat we niet meer zomaar naïef kunnen zijn. Vanuit een religieuze overtuiging is het nog mogelijk om te redeneren dat jij het goed hebt gedaan en dat de rest in de handen van God ligt. Vanuit een meer aardse levenshouding komt de verantwoording als een boemerang bij jezelf terug. Als je iemand helpt, dan moet je het goed doen. Het is een luxe probleem. We hebben namelijk de middelen (tijd, mensen, geld, kennis) om uit te zoeken of onze hulp goed besteed wordt. Het niet nagaan of we onze hulp wel effectief is dan een vorm van nalatigheid.
Ons ‘weten’ komt voort uit een combinatie van journalistiek en Quality Management. Beide hebben tot gevolg dat er gekeken wordt of een handeling goed uitgevoerd wordt en wat het effect is. Deze 20e eeuwse ontwikkeling is niet ongedaan te maken, juist omdat we gezien hebben dat er heel wat dingen mis gaan en er veel te verbeteren is. Het zit nu in de Westerse cultuur ingebakken.
Stel dat je een zwerver een paar euro geeft en even later zie je ‘m met een fles slechte wijn uit de supermarkt komen. Wat doe je bij de volgende zwerver? Geef je het dubbele bedrag, zodat hij een fles goede wijn kan kopen? Of geef je geld aan een organisatie voor daklozen? Hoe weet je dat er bij die organisatie niet veel geld aan de strijkstok blijft hangen (door dure quality managers)?
In Nederland zijn we hierin vorige eeuw zover gegaan dat we de hulp aan "de zwakkeren in onze samenleving" voornamelijk hebben geïnstitutionaliseerd via de overheid (die daarvoor velerlei instellingen ondersteunt of heeft gecreëerd). Iedereen heeft toegang tot onderwijs, gezondheidzorg en primaire levensbehoeften. Dat er desalniettemin mensen zijn die door alle systemen heen vallen is niet het gevolg van het niet solidair willen zijn. De vraag of iemand solidair is is (rationeel gezien) in Nederland een beetje vreemd. Alleen iemand die grootschalig belasting weet te ontduiken of een uitkering geniet terwijl hij kan werken, kan verweten worden dat hij niet solidair is.
Helaas ken ik de strekking niet van de stukken uit NRC waar je tegen ageert. Maar blijkbaar vind jij dat we de zwakkeren in de samenleving meer moeten helpen. Uit je eigen tekst blijkt dat dat geen wetenschappelijke of rationeel onderbouwde conclusie is. Deze overtuiging van je komt voort uit een mensbeeld. Ik ben heel benieuwd naar de bronnen van jouw overtuiging en mensbeeld.
hoi sander en iris
Een snelle reactie. Ik ga er ook nog 'echt' over nadenken.
iris: ik merk dat de laatste reactie van sander een 'click' heeft met wat ik in mijn hoofd heb. jouw reply 'synced' niet helemaal met wat ik bedoel, maar scherpt me wel, want ik gebruik inderdaad verkeerde woorden etc.. maar woorden zijn niet zo belangrijk als ik ze maar op tijd vervang door andere woorden, tot dat we elkaar allemaal weer (menen te) begrijpen...
anyway ik *bedoelde* het dus te hebben over precies die discussie die sander voortzet in zijn tweede reply, en ik lees daaruit het volgende:
1) het meten van effectiviteit van 'goed doen voor de wereld', kan soms het verlammende effect hebben dat we ons beseffen dat ons handelen helemaal niets toevoegt aan wat we eigenlijk zouden willen bereiken. met andere woorden: het deed er niets toe wat we hebben gedaan. (of nog erger: we komen alleen maar verder van het doel af)
het gevolg ervan zou een extreem nihilisme/cynisme kunnen zijn, of een in onszelf gekeerd soort van 'cocoonen': het doet er immers toch niet meer toe, wat ik doe, dus doe ik maar niets.
2) als de - zeg maar - industriele, materialistische, technocratische, 'aardse' manier van leven je volgens de redenering bij 1) depressief zou maken, kun je enkel nog vluchten in het geloof, want vanuit het geloof heb je altijd een 'excuus' om door te gaan met soep uitdelen aan zwervers omdat het vanuit je geloof 'moet' en het meten van effect er verder dus niet toe doet.
Ik vind dat een hele interessante analyse. Gek genoeg geloof ik niet in God (helaas, sander ;-). Ik denk wel dat "de mens" (ik) principes heeft. Die principes bestaan al *voor* dat daar doelen uit voortkomen. Sterker nog, je kunt volgens je principes leven (men zegt dan: proberen te leven), zonder dat je ook maar 1 doel gesteld. hebt. Bijv als je meedoet aan een demonstratie omdat je vind dat iets goed of slecht is dan heb je daar helemaal geen doel mee. De organisatoren van de demonstratie hebben vaak wel doelen (op TV komen) maar m.i. zijn dat eigenlijk maar afgeleides van het idee van een demonstratie zelf: het gaat er eigenlijk om dat je de straat op gaat en demonstreert vanuit je overtuiging, en dat dat daaromheen wat figuren bezig zijn met het tellen van het aantal demonstranten, de soundbites voor op TV, de ruit die ingegooid moet worden en de muren die beklad worden dat is allemaal randverschijnsel.
Dus je kunt eerst zeggen wat 'goed' is en daar naar leven en dan heb je toch nog geen doelen gesteld en geen "plan van aanpak" geformuleerd om die doelen te bereiken.
Ik vind dat we meer moeten leven vanuit een overtuiging en minder vanuit een doel. Dus demonstreren tegen dierenleed omdat je die overtuiging hebt en niet "om op TV te komen en daarmee de opinie verandert en daarmee het beleid van de regering verandert en daarmee de dieren helpt en daarmee zorgt voor minder dierenleed. Want dat, weten we inmiddels, gebeurt toch niet.
Als ik een geloof had, kon ik, zoals Sander, zeggen dat mijn principes gegrond zijn in mijn geloof. Ik vroeg wel eens aan Mirjam waarom kerkdiensten altijd zo amateuristisch waren: je zou het veel professioneler aan kunnen pakken, met licht en geluid en een betere band, dan zouden er veel meer mensen komen (omdat het een 'betere show' was) en dan had het allemaal meer 'effect'. Zelfs in de kerk zijn er mensen die dat geopperd hebben. Veel te 'functioneel' gedacht. Mirjam zei dan altijd: 'daarom' gaan mensen niet naar de kerk. Ik snap nu wel wat ze bedoelde.
Ik heb helaas geen geloof. Toch denk ik precies hetzelfde over principes. Maar dan zonder enige grond. Ik heb principes zonder fundament, zonder me ergens aan te kunnen meten of verantwoorden. Ik heb geen boek waarin staat hoe ik moet leven. Ik kan mijn overtuigingen 'materialistisch' proberen te verklaren door naar de principes van mijn ouders te verwijzen, door naar mijn opvoeding en ervaringen uit mijn jeugd te kijken, door naar mijn omgeving te kijken. Dit levert natuurlijk enkel weer nieuwe, eeuwenoude discussies op omtrent de oorzaak van wat wij vinden en denken.
Protesteren heeft toch geen zin, zegt men wel eens.
Welnu, het heeft juist heel veel *zin*, vind ik, ook al heeft het dan misschien geen enkel effect.
Sander: het enige waar ik mee blijf zitten is de vraag: geloof ik dan misschien in God, ook al weet ik dat zelf nog niet? (Doet me denken aan het feit dat ik soms wel eens denk dat ik 'homo zou moeten zijn', ook al val ik absoluut niet op mannen. Maar dat is weer een ander verhaal...)
Hoi Jelle,
Mijn eerste gedachte was een wat ongebruikelijke, maar ik vind ‘m nog steeds interessant. Sommige mensen zijn vatbaar voor paranoïde gedrag; anderen voor principes? (Ik bedoel dit beslist niet onaardig!) Zou je mensen voor principieel gedrag kunnen behandelen? Of mensen principieel gedrag kunnen aanleren? Dit idee is geïnspireerd door dat andere boek van Pirsig (ik zou de naam niet meer noemen) waarin hij ook schrijft over zijn ervaringen met de psychiatrie.
Misschien is jouw karakter wel principiëler dan gebruikelijk is in onze cultuur. Lijkt mij geen gevaarlijke afwijking ;-)
En dan je vraag naar je geloof in God... Je hebt mij weer aan het denken gezet. Voor het gemak ga ik ervan uit dat we met principes doelen op de sociaal-christelijke waarden als solidariteit met zwakkeren. Principe is namelijk zo’n richtingloos woord. Allereerst hebben geloof in God en principes niets met elkaar te maken. Het is heel makkelijk om voorbeelden te geven van mensen die oprecht in God geloven en er een totaal andere visie op na houden. (Kruisvaarders, Irak, Al-Qaeda ...). Okay, ik weet dat dit logisch gezien het verkeerde argument is, want de redenatie ging de andere kant op, namelijk heb je voor het hebben van principes een geloof in God nodig? En heb jij misschien een latent geloof in God?
Het lastige is dan, wat bedoelen we met God? Bedoelen we de Schepper, de Opperrechter, de Genadige of een van de andere honderd namen (of eigenschappen)? Betekent het geloof in God, een geloof in een Wezen met al deze namen? Impliceert het geloof in één van de namen een geloof in alle namen? In welke naam (of namen) van God zouden we op zijn minst moeten geloven voor het hebben van principes? Kortom, dit is een weg met heel veel moeilijke vragen. Ik zal mij hier niet aan wagen. Ik kies even een andere weg.
In het Boeddhisme, dat niet ons godsbegrip kent, komt het principe van onvoorwaardelijke solidariteit ook voor. "In het Oosten wordt dat uitgedrukt na elke meditatie in de gelofte van de bodhisattvar: Hoe ontelbaar de levende wezens ook zijn, ik beloof ze allen te redden. Allen, er is niet een uitzondering. Niet een. Niet het grootste monster." Dit citaat komt uit een lezing van Ton Lathouwers. Dit voorjaar was hij te gast in het programma Het Vermoeden, dat nog via internet te bekijken is.
Voor onvoorwaardelijke solidariteit moet je eerder bij mystici zijn dan georganiseerde religie. Een blik op de verschillende religies leert namelijk al snel dat solidariteit daarin absoluut niet onvoorwaardelijk is. Denk aan kruisvaarten en inquisitie. Kent georganiseerde religie niet altijd verdoemden?
Kortom, een verband tussen principes en een geloof in God lijkt mij niet echt noodzakelijk. Het geloof in God is een geloof. Punt. Je kan die ervaring/overtuiging hebben of niet. Het is mogelijk dat die ervaring er soms is en soms niet.
Ik was heel nieuwsgierig naar jouw overtuiging of mensbeeld. Maar misschien is jouw streven naar solidariteit iets dat nu eenmaal in je bloed zit.
Een reactie posten