Dit blog is verhuist: www.jellevandijk.org

dinsdag, mei 03, 2005

Harry Sumatra: De vrouw van de kuiper (1)

Harry Sumatra
De Vrouw van de Kuiper

Een feuilleton in vele delen.
Jelle van Dijk

Hoofdstuk 1

Harry Sumatra's rechterpink verdween herhaaldelijk in zijn rechterneusgat, echter zonder bevredigend resultaat. Er zat een vervelend bulletje, maar hij kon er net niet bijkomen. "The story of my life", zuchte hij, en likte zijn vinger af. Hij rommelde in het dashboardkastje op zoek naar zakdoektes. Zijn handen vonden oude cassettebandjes, kapotte pennen, bonnetjes van de benzinepomp, een half opgegeten lolly en een bananenschil, maar geen zakdoeken. Weer geen succes. Harry zuchte nogmaals, en trok zich met enige moeite overeind. Zijn buik hing wat ongemakkelijk over de onderste rand van het stuur van de kleine rode Micra. Wat een gezeik had hij gehad om die auto, toen hij er twee weken geleden voor het eerst het parkeerterrein van het bureau mee op was gereden. Hij had gehoopt dat hij ongemerkt had kunnen parkeren, maar Michels en Buitenveldert stonden wegens het nieuwe anti-rookbeleid op het bordes te paffen. Het duurde slechts enkele ogenblikken voor het voltallige peloton zijn nieuwe aanwinst stond te bewonderen. Ja dat was lachen met zijn allen, om Sumatra's nieuwe bolide. "Hee Harry, Hol mal den wagen".

Ach, het kon hem weinig schelen. Hij had gewoon een auto nodig gehad en dit was wat het maar moest wezen. Goedkoop, betrouwbare japanner, weinig op de teller.... en veel te krap voor die bierbuik van je, bedacht hij moedeloos. Hij zou het ding terug moeten brengen. Maar het gekke was, hij begon zich ergens al een beetje te hechten aan dit kleine wagentje.

Buiten miezerde het. Het was vrij plotseling donker geworden vanwege een grote grijze wolk, die nu dreigend laag over de even grijze dozen van het industrieterrein langzaam Sumatra's kant op trok. Sumatra draaide aan het knopje van de radio. De radio speelde kort een ouwe gouwe en begon toen te storen. Hij priegelde wat met de zenderknop en drukte, toen dat niet wilde helpen, het casettebandje er maar weer in. Mike Oldfield, zo stoffig en grijs dat hij nauwelijks meer hoorbaar was. Sumatra neuriede wat mee met het liedje en roffelde met zijn vingers op zijn stuur. "Carried away, by the moonlight shadow..". De deur van de loods bleef dicht. Wat doe ik hier ook, bedacht hij, en hij bedacht zich ook nog, dat zelfs dat paste bij het grote cliché van zijn leven, je af te vragen wat je hier doet, zonder te vertrekken.

Een uur later. Iets, diep van binnen, riep Harry Sumatra. Het riep, met een raar hoog stemmetje, en het haalde hem heel langzaam, maar zeker, uit zijn slaap. Zijn grote lichaam vocht ertegen. Hij wilde het niet horen, dat iets, want het was vervelend, en onaardig, en hij lag zo lekker te slapen. Maar het bleef roepen, werd sterker, sneed als een mes door zijn lijf, van beneden naar boven, tot in zijn hoofd...

Sumatra schrok wakker. Voor hem was de deur van de loods plotseling opengeklapt en drie mannen in bivakmutsen renden drie verschillende kanten op. Godverdomme, vloekte Sumatra binnensmonds, terwijl hij reflexmatig met zijn rechterhand naar het contactslot zocht, dat echter niet op zijn plek zat. Hij tuurde door het stuur en vond het sleuteltje tien centimeter boven de vertrouwde plek van zijn ouwe Ford Escort. Hij startte, en deed de motor direct weer uit. In zijn ooghoeken verdwenen de drie mannen in drie verschillende richtingen. Wat ging hij doen? Wie ging hij achterna? Als hij hier lang over na zou gaan denken zou het zowiezo te laat zijn.

Hij gaf zichzelf 3 seconden om de afweging te maken en 1 seconde om een besluit te nemen. Vervolgens verwierp hij dat besluit en startte opnieuwe de auto. In de verte zag hij de laatste van de drie de hoek om schieten. De micra loeide en brulde, maar hij maakte nauwelijks vaart. "Wat is dit voor een kutauto!?" schreeuwde hij hardop tegen zichzelf. Hij trok het autootje met geweld de hoek om. Ik ben die gast allang kwijt, bedacht hij, verdomme, waar is mijn Escort als ik hem nodig heb?

Maar het geluk was eindelijk met hem, want zijn voortvluchtige was gestruikeld over een losliggende tegel en lag nu kermend op straat, zijn gezicht besmeurd met bloed. Sumatra trapte uit alle macht op de rem, schoof nog enkele meters vooruit en kwam vlak voor de bebloede man tot stilstand. Hij draaide het contact om, trok reflexmatig aan de handrem en ontdekte dat die nog omhoog stond. Stik, dacht hij, greep zijn dienstwapen van de bijrijdersstoel en begon het ding uit zijn holster te halen. Toen hij de deur opendeed en zichzelf uit de auto had gewurmd was de man opgestaan en bewoog zich, half rennend, half hinkend, in de richting van een nabijgelegen parkeerplaats. Sumatra zuchte twee keer diep en begon achter de man aan te rennen, onderwijl nog steeds proberend zijn holster open te wrikken. De drukknoop zat muurvast en hij brak er een nagel op. "Ik haat dit!" riep hij. "Ik doe hier niet aan mee!!". De man in de verte stopte even, verrast, en keek om. "Ja jij daar", riep Sumatra, "Dat mag jij best wel weten ja, eikel! Ik haat dit werk en ik haat jou en ik haat die kutkloteteringknopen en ik haat die auto en ik haat motregen!" De man begon weer te rennen en verdween nu snel uit het zicht tussen twee busjes. "Ja Harry Sumatra, alsof dat iets had geholpen", verzuchte de vermoeide rechercheur, waarna hij met zijn hand de natte slierten van zijn grijze haar uit zijn gezicht veegde, en vloekend terug naar de auto sjokte.


1 opmerking:

Anoniem zei

http://tinyurl.com/9nj4p